Sieds Prins

zondag 18 oktober 2009, geplaatst door Wytse Kamsma

Genesis 2 en 3

Om te beginnen
Teksten gaan leven als je er in gaat lopen. Een tekst waarvan de betekenis eenduidig vast staat is dood. Je kunt de tekst alleen maar herhalen zonder er zelf bij te denken. De tekst wordt niet eigen. Als je wandelt in de tekst maak je je eigen verhaal. Op zoek naar: wat kan dit verhaal voor mij op dit moment betekenen.
We lezen de tekst (vertaling van Pieter Oussoren “De Naardense Bijbel”) hardop en ieder geeft dan zijn/haar commentaar. Welke zin viel op, sprong direct in het oog. Wat raakte jou?
In de ronde geeft ieder zijn eerste gevoel bij de tekst. Dat levert verrassende veelkleurige reacties op.

Uitleg van de tekst

Wat voor soort verhaal is dit? Het is een tweede scheppingsverhaal. In het eerste verhaal staat steeds ‘en God zag dat het goed was’. In dit verhaal komt een paar keer voor dat God zag dat het niet goed was (niet goed is het dat de roodbloedige mens alleen is; hij vervloekt de slang).
In het eerste scheppingsverhaal is God ver af, ‘de gans andere’, JHWH.
In dit tweede verhaal is hij een God die met mensen spreekt, een ‘ik zal er zijn’ God, Elohim.
De roodbloedige mens. In het hebreeuws: ‘a adam ‘. Dit betekent ‘de mens’, het is geen eigennaam. Nog geen onderscheid tussen man en vrouw. De stam ‘dam’ zit ook in het hebreeuwse woord voor aarde en voor rood bloed. De mens komt uit de stof van de aarde. Met de adem van God gebeurt er iets, de mens komt tot leven en wordt dienstbaar aan de aarde.
De mens moet de schepping dienen, het gaat om de aarde.
De mens is stof. ‘De mens is een veertje op Gods adem’.
De mens wordt neergezet in een soort paradijs, een lusthof. Hij mag dieren een naam geven. De mens mag met God onderscheiden.
De mens is alleen. God ziet zijn verlangen, hij maakt ‘zijn tegenover’.
Iemand tegenover je kun je in de ogen kijken. Als je naast iemand zit dan zie je veel minder van hem. Het mooiste beeld van God: een God tegenover, de gans andere.
Uit de rib, de zij van ‘de mens’ ( nog niet onderscheiden naar man en vrouw ) wordt iemand geformeerd: de vrouw. Wat overblijft is de man. Man en vrouw komen uit ‘de mens’.
Uit de zijde: het hebreeuwse woord voor een balk in de zijkant van de tempel, een steun onder plaats waar God is. De vrouw heeft alles te maken met Gods aanwezigheid in de wereld.
Uit de zijde: niet het hoofd, niet de voeten. Uit dezelfde hoogte, niet hoger, niet lager. Een partner tegenover. Er is iemand die bij me wil horen: gebeente van mijn gebeente, vlees van mijn vlees.
Ze zijn naakt. Schamen zich niet, er is liefde. Alles is even mooi en goed.
Maar beweegt het wel? Leeft het wel? De paradijselijke toestand is statisch.
De twee bomen in het paradijs: de boom der kennis van goed en kwaad en de boom des levens.
De boom der kennis van goed en kwaad: de boom van inzicht wat de mens in het leven kan overkomen. Inzicht wat er kan gebeuren in je leven als volwassen mens. Het gaat niet over de kennis van wat moreel goed of kwaad is.
In het verhaal: eerst maar even niet eten van deze boom, wees onbekommerd kind in het paradijs. Maar is dat het werkelijke leven?
De slang: uitgekleder dan alles wat in het wild leeft, slim, listig. Geen huid die vastzit, hij kan zich onthullen, openbaren.
De slang geeft inzicht maar spreekt niet de hele waarheid. ‘Niks sterven zul je’ is niet waar. Je moet wel eten van de boom der kennis van goed en kwaad, het volwassen leven instappen. Je moet uit het statische van de eeuwige jeugd. Het leven vraagt om keuzes, om baren en leven doorgeven. Dat is niet gemakkelijk: telkens kiezen in alles wat op je af komt.
En dat leven is eindig.
Dit verhaal vertelt wat je tegen komt als je als kind volwassen wordt.
En wie gaat er als eerste naar toe. De vrouw, een meisje wordt eerder volwassen dan een jongen. Zij gaat het leven aan. Een vrouw zorgt dat er leven komt.
God geeft de mens, de dieren een plek.
De vrouw: op je man richt zich je hartstocht. Dat hoort bij het volwassen worden, de mens is een sexueel wezen. Daar zit niks negatiefs aan.
De man zal haar overheersen. Dat heersen moet je verstaan als in ‘de zon zal heersen over de dag, en de maan over de nacht’ in Genesis 1. Het betekent: de man is van vitaal belang voor het leven van man en vrouw. Het gaat niet om macht. De man moet zorgen dat de vrouw kan leven.

Het volwassen leven is moeilijk en hard. De aarde zal met moeite vruchten geven: in pijn zul je van haar eten. Met het zweet in je neusgaten zul je van haar eten. Het vrucht geven is afhankelijk van de mens, de dienstbare mens. Dit verhaal geeft een omslag in het leven aan. Je kunt niet terug naar de hof, je kind zijn. Je bent nu volwassen en moet daar mee door gaan, omgaan met de veelheid van de dingen die op je afkomen, keuzes maken. Je moet zorgen voor je partner, voor de aarde.

De mens is maar klein, een deeltje van een groter geheel. Stof en tot stof zul je terug keren. We zijn gemaakt van aarde en we gaan er naar terug. We zijn klein. In Job vraagt God aan de mens: ‘waar was je toen ik de aarde heb gemaakt’. Je bent maar stof, zet je zelf niet op een zetel.

Het scheppingsverhaal is niet zozeer een verhaal hoe het allemaal is begonnen. Barnard vertaalde de eerste zin van Genesis: vanaf het begin schept God hemel en aarde. De schepping is een voortdurend proces. Het scheppingverhaal gaat niet over het ontstaan van goed en kwaad: de zondeval. Nergens in de tekst wordt gesproken over zonde of de zondeval. Er staat niks negatiefs in over seksualiteit. Met name door Augustinus is het zo gekleurd: de erfzonde, en dat heeft de kerk over genomen. Augustinus had het ‘nodig’ om Jezus als de grote verlosser te schilderen.

De boom der kennis van goed en kwaad staat in het midden in de hof, midden in het leven. Je kunt er niet om heen in je volwassen leven.

Uitleg van de tekst in de loop der eeuwen

De joodse traditie in Jezus’ tijd.
Het is een verhaal over volwassen worden en ook van nageslacht krijgen, het krijgen van kinderen. Het is een grond voor de joodse wetgeving en uitleg. Als je in je huwelijk geen kinderen kunt krijgen dan mag de man scheiden. Seksualiteit hoort bij goede van de schepping.

Jezus
Op de vraag mogen man en vrouw scheiden zegt Jezus: wat God heeft samengevoegd zal de mens niet scheiden. Jezus gaat in tegen de macht van de man die de vrouw weg mag sturen als er geen kinderen komen. Jezus verzet zich tegen de uitleg van de rabbijnen. Jezus zegt niet dat je niet, nooit mag scheiden.

Begin christendom Er is niets negatiefs te lezen over seksualiteit, ook niet bij Paulus. Uitgezonderd misschien Timoteus die heel negatief is over vrouwen.
De nadruk ligt op: de mens is als beeld van God vrij, mag zelf beschikken. Daarmee komt men in conflict met de Romeinse opvatting dat de Romein superieur is aan alle anderen die slaven zijn. In het Christendom is de opvatting dat niet de ene mens boven de andere uitsteekt

Omslag 320 na Christus, christendom wordt staatsreligie Augustinus heeft in zijn leven geworsteld met seksualiteit, kon zich niet volledig inzetten voor God. Naakt zijn wordt negatief. Zonde en seksualiteit gaan samen vallen. De vrouw heeft de man verleid tot zonde. De mens is voor altijd fout, zondig en verkeerd. De enige die dat kan opheffen is Jezus door zijn bloed en zijn dood. Er zijn wel tegenstemmen in die tijd: een franciscaan die zegt: de mens hoeft niet slecht te zijn om Jezus’ verlossing te ervaren. De mens moet leren omgaan met de veelheid van keuzes die op hem af komt, en die mens maakt dus ooit foute keuzes. Jezus helpt daarin de weg naar God te vinden.
De kerk is bezweken voor het gemak van de uitleg van de zonde. We weten niet hoe het kwaad in de wereld gekomen is. Dit geeft een antwoord.
Het gaf en geeft de kerk ook macht: zij alleen kan kwijtschelding van zonde en schuld geven.
Rome zal niet gaan zoeken naar een andere uitleg. Het schema klopt, gemakkelijk.
Op zich is een schema niet erg. Aan iedere vertaling, uitleg, ligt een schema ten grondslag. Ook bij mijn uitleg: hoe kan dit verhaal nu gaan leven, betekenis hebben zonder moralistisch te worden. De mens heeft de neiging om alles in schema te vatten. We gaan de fout in als het schema gaat overheersen over de tekst zelf. Dan wordt de tekst statisch en leeft niet meer.

Nog enkele opmerkingen

Er moet steeds weer opnieuw worden geschapen. Wij maken telkens weer duister wat licht is. Scheppen en scheiden. De vertaling van scheiden bij de schepping van man en vrouw voegt iets toe. Als man en vrouw heeft hij ‘de mens’ gescheiden, daardoor kan er leven ontstaan. Op de vraag naar het thema van de dag: Wat kan Eva ons vertellen over het algemeen priesterschap van alle gelovigen, is de conclusie:
Eva is de vrouw die openheid aanspreekt, initiatief neemt en zo leven voortbrengt, met alle pijn en moeite die daar bij hoort. (De man hobbelt daar achteraan).

Eva is volkomen vrij en ongebonden en tot leven geroepen, met alle pijn die daarbij hoort. De slang is een voorbeeld van niet waarheid zeggen. Niet waarheid zeggen betekent ‘vijandschap tussen jou en de vrouw tussen jouw zaad en haar nazaat; zij zal jou voor het hoofd stoten jij zult hem bijten in de hiel. De mens is een veertje op Gods adem. Een beeld van God: een mens kan compassie hebben, liefde geven. Het beeld van God zelf wordt voor mij steeds minder helder.

Tot slot

Iedereen is zeer enthousiast over de uitleg van Sieds Prins van de tekst van Genesis. Hij geeft aan: het is niet dé uitleg, maar mijn uitleg, op dit moment. We moeten blijven wandelen door de tekst om deze steeds weer te laten leven.

Contact

vereniging 'n Herberg
p.a. Mw. W. Altena (secretaris)
Mammoetveld 26
8017 MA Zwolle
0388 535 380
KvK 02082765