ToosScholtes+JanEerbeek

donderdag 8 oktober 2015, geplaatst door Johan Janzen

Zaterdag 3 oktober heeft weer de najaar bijeenkomst van ‘n Herberg plaatsgehad. Mogelijk door het mooie weer maar de opkomst viel tegen, slechts 19 leden waren aanwezig. En dat ondanks het goede programma wat de vereniging weer had geregeld: ‘s morgens Toos Scholtes, lid van de Congregatie van de Zusters van Liefde, en na de pauze Jan Eerbeek, ex-gevangenispastor. Beide maakten die verwachtingen in ieder geval meer dan waar. Hieronder de verslagen van zowel Toos, ochtendgedeelte, als Jan, middaggedeelte (met dank aan Ale Bakker voor het zo mooi opschrijven ervan). Met behulp van de optie, onder het kopje ‘Documenten’ hiernaast, kunnen beide verslagen eventueel apart gedownloade worden.


n”Herberg 3 oktober 2015
Ochtendinleiding door drs. Toos Scholtes

Geloven anno nu!

Ingeleid met het lied:Woord dat ruimte schept. H.O.

Het zoekwerk van geloven houdt nooit op. Ik [Toos] ben een zoeker. En het is de ruimte die gaande houdt. Die ruimte van God, dat is mijn ervaring. Die eerste ervaring van ruimte, als ik naar de schoolmis ging: het licht door de ramen, die eindeloze ruimte die ik onder de banken door ervoer als ik naar de priester daar ver vooraan keek. Dat bracht mij achteraf verder. Ik was niet zo vroom, maar had wel een vrome peettante, zij bad met mij de rozenkrans. Dit alles heeft met ‘leren geloven’ te maken: liefde en zorg zoals ik die thuis vond. Geloven en liefhebben horen bij elkaar. Geloof! Beter vertaald: Vertrouwen! Daar leef ik in. Vertrouwen geeft die ruimte. Al die dogma’s hebben niets met geloven te maken. 8 Mei, dat was ook ruimte, ‘even is het waar…’. Geloven en ruimte, dat is een grondhouding. Een verhaaltje: “De Fransen die in de woestijn van Marokko een post hadden namen soms een paar bedoeïenen mee maar Frankrijk, om hun het land daar te laten zien. Op een keer waren ze bij een waterval, zoveel water, en het bleef maar doorgaan. God openbaarde zich in de waterval, was de ervaring van de woestijnmensen, het was een wonder, ze bleven zitten om te kijken wanneer het op zou houden; maar nee, het hield niet op. Er kon later ook niet over gepraat worden”. Ontvankelijkheid – verwondering dat is een houding voor een ‘Godsontmoeting’. Dr. Han Fortmann zei hierover: ‘wat is er met de mens gebeurt, er is geen openheid meer, geen vertrouwen’. Eigenlijk zou er zoiets als ‘Liefdesopvoeding’ moeten zijn, als apart vak. Het is vreemd dat we het wel over zorg hebben maar om te groeien in het geloof is er ook liefde nodig. Het boek: “Robin en God” wordt genoemd, Robin praat met opa over God, dat God en Onze Lieve Heer hetzelfde zijn, en dat pappa het allemaal niet meer geloofd. Geloven is ook een ‘gegeven zijn’. En daar zijn geen regels voor. Het is bv.: je kind een kruisje geven als het slapen gaat, geloven is vooral ook een woord voor ‘doen’! Het is leren bidden, zodat je leert dat er iemand is tegen we je alles kunt zeggen. God is niet te bewijzen, we kunnen uitproberen, willen weten, maar dat kan niet. Volgens Bonhoeffer: ‘toch een geluk dat het ons niet lukt een systeem te maken van geloof, want systemen kunnen onderuit gehaald worden’. De weg naar een dogma is een diepe en vaak lange ervaringsweg geweest, maar de weg is weg. Toch zit er een wereld van ervaringen achter, ruimte, maar het is vastgelegd, vastgepint, en daardoor is het weg. God schiep, creatief, het gebeurde, geschiedde, is bezig, is gaande. Maar waar blijft de vaste grond waar we ook behoefte aan hebben? Waar zit die God als heel Syrie in puin ligt? De holocaust? Kan het niet een beetje minder? Mensenwerk! Geloof is een zoektocht: Rosenzweig, hij wilde afscheid nemen van zijn joodse religie, ‘nog een keer naar de synagoge en dan is het over’, maar nee, daar was bevlogenheid, moed om ellende te boven te komen, ruimte om de ander nabij te zijn, en hij bleef. Donkerte hebben we leren benoemen, ziekte - pijn. maar hoe de ervaring van licht te benoemen? Hoe doe je dat? Kan je vertellen over je liefde voor bv. God? Je lichtervaring? Dan zijn we terughoudend, verlegen, lichtgevoelig. Sommige religies hebben van hun verhaal gestolde werkelijkheid gemaakt, maar daar is niet in te leven. Enkele citaten: Theresa van Avila: ‘mijn geloof is klein maar dat mag, zolang je maar weet dat God groot is’; en: ‘er is geen tijd om te jammeren over het leven’. En Van Ganzevoort: ‘je weet de weg – trouw, ik ben op reis gegaan’. Kijk naar ps 36 ‘Hoe kostbaar is Gods liefde, we mogen schuilen in de schaduw van zijn vleugels’. Maar, ‘hoe dichterbij God, hoe eerder we schieten’. Stijn Fens: ’tussen begrijpen en niet begrijpen, ligt geloof’. De paaskaars is een verwijzing naar de verrijzenis. Er is meer om met elkaar te delen - om aan elkaar uit te leggen als dat nodig is; elkaar verhalen vertellen van uit de ervaring, vanuit een gelovige houding. ‘Geen God die altijd lief heeft, gelukkig niet’ om met Tamara Benima te spreken. Geloven is loslaten, en soms weer terug vallen. Elke zondag naar de kerk? Misschien, vieren is ook oefenen, het houdt gaande. De werkelijke grond onder ons bestaan is geloven. Een gelovige is niet iemand die bewaard maar iemand die uitvindt en tegelijk trouw blijft. J.J. Suurmond: ‘geloven is een proces van onteigening, een afscheid van wat we geleerd hebben om te komen tot de kern’. Mensen hebben een verlangen om God te duiden, het is opvallend hoe veel er over geschreven wordt. bv. 80% van de Groningers gelooft niet. Overal in Nederland worden goddeloze vieringen gehouden, muziek, mooi aankleding, samenzijn. Maar geen God! Jammer want, de taal van God biedt ruimte, ook van het even niet weten. Je moet in deze wereld van alles, dan is er ruimte nodig voor verademing,voor onbenoemde leegte. Uiteindelijk gaat het om het geheim waar we met zijn allen omheen cirkelen, maar ook waar we vertrouwen in kunnen hebben. Zoals in dat verhaal van de bedoeïen: ’s Avonds spraken ze er niet over. ‘Vertrouwen draagt de hoop en is het bewijs van de Onzienlijke’, staat in de Hebreënbrief. Wij zouden kunnen zeggen:’De hoop is de wandelstok van de wieg tot het graf’. Dr. Han Fortmann zei: ’Als geloof niet bevestigd wordt, wie houdt dat vol?’ Maar het is altijd naderhand. Je wordt ook bevestigd door of in andere mensen, bv. mensen de door de ellende heen, toch doorgaan. Dat is nodig om ons te laten zien dát er zoiets als God is. De hooggestemde idealen zijn weg maar het idealisme is gebleven. Kijk naar gespreksgroepen over ervaringen onderweg in het leven, dat is ook bevestiging, leren vertrouwen, een groeiproces. We hebben geen ingepakt verhaal meer maar het geloof, de kerk, heeft elementen die alles te maken hebben met het leven zelf: doop – uitvaart. Hoe ga je er mee om, hoe ga je om met het leven? Geloof, een plek waar je even niets hoeft. De oervraag: Wie ben ik – waar kom ik vandaan – ga ik naar toe, die vraag blijft, wordt steeds opnieuw gesteld. Wat doet stilte met je? Kloosterweekend? En dan weer gewoon verder? Blijven geloven in het visioen, in de toekomst. Daar hebben we verhalen voor nodig, en verhalenvertellers. Blijven zien dat het kan, ‘hoe is het in Godsnaam mogelijk, toch, het gebeurt’. We sluiten af met de wijze Afrikaanse uitspraak: ‘Als je niet gelooft, heeft je ziel geen huis’.


Middaginleiding door Jan Eerbeek, em. gevangenispastor en bouwpastor van de Exodushuizen.

‘Gaan in het licht van de hoop’.

Je kunt naar mensen kijken vanuit het verleden, maar ook met het oog op de toekomst, de hoop. De kerk is een plek waar het elven kunnen delen, de noden en de vreugden, tot op God. Het leven delen in de primaire vorm. Na de studie begonnen in de gevangenis van Scheveningen. Daar waren de zwaarste gevangenen:

a. gemeenschapsongeschikt
b. vluchtgevaarlijk’
c. beiden, zowel gemeenschapongeschikt alsook vluchtgevaarlijk.
Daarna in Vught, jonge jongens, 14-16 jarigen. De eerste ervaring? ‘Hé, do, je moet iets voor de jongens doen!’ bv. met iemand mee naar huis gaan.

Wat is detentie? Vooraf, ook de slachtoffers zitten ook in de gevangenis, en die komen er nooit meer uit.

  1. Er is iets vreselijks gebeurd!
  2. Een omslagpunt, Je hoort er niet meer bij. Er is geslotenheid, ex-communicatie, je doet niet meer mee. En, het goede leven begint niet bij een kleurentelevisie in de cel.
  3. De gevangenis is een wereld van macho’s; die delen geen gevoel maar rake klappen uit. Als je een gevoelsmens bent kom je er niet goed uit.
  4. Gesloten naar het leven zelf, staan met de rug naar de toekomst, je kan jezelf niet bevrijden van de hufterigheid.
    Hoe dan pastor zijn? Proberen dit alles te doorbreken. ‘Delf mijn gezicht op,..’ Zoeken naar de mens. N.B. De samenleving heeft ook schuld wanneer we niet in staat zijn een jongen van 17 op de levensweg te zetten.

Ook de mensen in de gevangenissen hebben idealen: huisje - boompje - beestje, een leuke vrouw, een doorzonwoning. Patrick bv.: heeft zo’n droom, maar is hoe dan ook niet in staat om zijn leven zelfstandig te regelen. Gelukkig komt hij in een sociaalpension waar hij geholpen wordt. Bij een bezoek, een kaars, gekregen van zijn pleegouders toen hij achttien werd, zijn doopkaars, en nu worstelt hij met de vraag: ‘Wat is aan mij niet goed dat ze me hebben weggegeven?’ Inmiddels is hij 50 jaar, en zitten zijn kinderen ook in de hulpverlening. Er is nog steeds contact. Ook al is dat in de hulpverlening niet gebruikelijk, maar het pastoraat is bovengronds, heeft geen geheim telefoonnummer, is altijd bereikbaar, ook, of misschien wel juist als alle andere hulpverlening niet bereikbaar is.

Uit die noodzaak aan nazorg zijn ook de exodushuizen ontstaan: Want buiten de gevangenis, na de gevangenis, is opvang nodig omdat de jongens bepaalde kenmerken hebben zoals:
- het ontbreken van perspectief
- instabiliteit in levensritme
- geen zelfrespect
- niet met geld om kunnen gaan
- ontbreken van sociale vaardigheden
- stigmatisering

Hoe dan pastoraat? Getuigenis afleggen van Jezus Christus, die heel maakt wat gebroken is, licht maakt wat duister is, proberen te gaan ‘in het licht van de hoop.’ In Hebreeën 13 staat: Gedenk de gevangenen als mede gevangenen. Gedenken is een heilswoord, daar schept God heil. Dat begint al bij Abraham en Sara, ze krijgen een kind, tegen alle feiten in een toekomst geschapen, en het gaat door tot Golgota, waar gevraagd wordt: ‘Gedenk mij als u in uw koninkrijk zijt gekomen. De drie kruisen verbeelden de diepte van de mensheid. ‘Heden zul jij met mij in het paradijs zijn’. Daar kan geen streep duisternis meer tussen, Heden! Het gaat om het nu! Terstond, direct, geen indicatie, geen wachttijd, geen systeem, maar nu! Zo hoort de kerk te zijn. De gevangeniskerken zitten vol, daar leer je dat je niet alles in handen kan hebben, ja dat het je soms uit handen valt. Dat geldt ook voor ons, wij kunnen ons eigen leven ook niet dragen soms. Wij hebben met het geloof goud in handen, zijn heilzaam voor mensen, de vraag is hoe kunnen we dat uitdelen. In Christus is het nieuw scheppen, het oude is voorbij, wij zijn nieuwe mensen in God.

Contact

vereniging 'n Herberg
p.a. Mw. W. Altena (secretaris)
Mammoetveld 26
8017 MA Zwolle
0388 535 380
KvK 02082765